Regeerakkoord: wat betekent dit voor de leaserijder?

Eergisteren werd door de fractievoorzitters van de VVD, D66, CDA en ChristenUnie het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ gepresenteerd. In dit artikel gaan we in op de speerpunten van kabinet Rutte III op het gebied van mobiliteit. Deze speerpunten zijn geclusterd onder hoofdstuk 3: ‘Nederland wordt duurzaam’, met als inleidende tekst:

“Een slim en duurzaam vervoerssysteem waarvan de delen naadloos op elkaar aansluiten. Zo willen we Nederland mobiel en bereikbaar houden. Nu de economie weer goed draait, is een extra investering in infrastructuur nodig en mogelijk om toenemende drukte op de weg, het spoor, het water en in de lucht te verminderen. Tegelijkertijd nemen we maatregelen om de belasting voor het klimaat, de luchtkwaliteit en de leefomgeving te beperken. Innovatie biedt daarbij enorme kansen. De technologische ontwikkeling biedt de mogelijkheid om uiteindelijk tot een meer geïntegreerd vervoerssysteem te komen dat steeds schoner wordt.”

In het regeerakkoord staan de volgende interessante zaken, die invloed hebben op de leaserijder:

Duurzame mobiliteit

  • Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Uitfasering van de fiscale stimulering van emissieloze auto’s wordt in lijn gebracht met deze ambitie.
  • We zorgen ervoor dat we met voldoende tank- en laadinfrastructuur klaar zijn voor een nieuw wagenpark. Levering en exploitatie van laadapparatuur blijft primair de verantwoordelijkheid van marktpartijen.
  • Door het instellen van een milieuzone en het hanteren van lagere parkeertarieven voor emissieloze auto’s hebben gemeenten instrumenten om de luchtkwaliteit in binnensteden te verbeteren. Wel zal (net als in Duitsland) één systeem met eenduidige categorieën en borden voor milieuzones worden ingevoerd zodat automobilisten in elke gemeente de regels snappen. De bestaande maximumsnelheden blijven in stand, waarbij de geldende veiligheids- en milieunormen steeds leidend zijn.

Infrastructuur

  • Bij ontwerp, aanleg en onderhoud van infrastructuur houden we rekening met zelfrijdende voertuigen en benodigde systemen in of langs de weg. Overheidsinformatie over verkeer wordt zoveel mogelijk via open data beschikbaar gesteld voor voertuigen, apps en reisplanners. Om ieders privacy te waarborgen leggen we spelregels vast over de eigendom en het gebruik van reisdata.
  • Voor een inhaalslag in infrastructuur stelt het kabinet cumulatief 2 miljard euro beschikbaar in de eerstkomende drie jaar. Daarna wordt het structurele budget met 100 miljoen euro verhoogd. Bij de verdeling van deze middelen wordt aangesloten bij de bestaande verdeelsleutel tussen weg, water en openbaar vervoer, met uitzondering van een eenmalig bedrag van 100 miljoen euro dat wordt vrijgemaakt voor cofinanciering vanuit het Rijk voor fietsinfrastructuur en fietsparkeervoorzieningen.
  • Waar het milieutechnisch en verkeersveilig kan, worden spitsstroken vaker opengesteld.
  • Het Infrastructuurfonds wordt omgevormd tot een Mobiliteitsfonds. Kern van het fonds is dat niet langer de modaliteit maar de mobiliteit centraal staat. Tot 2030 zijn de financiële middelen verdeeld tussen de traditionele modaliteiten: ’ wegen’, ‘spoorwegen’ en water. Vanaf 2030 gebruiken we een nieuwe indeling die aansluit op de agenda voor slimme en duurzame mobiliteit. Deze omvat in ieder geval een apart budget voor beheer en onderhoud, een budget voor het beter benutten van bestaande infrastructuur, het stimuleren van intelligente transportsystemen (ITS) als de zelfrijdende auto, CO2-neutrale oplossingen en Mobillity as a service, en een budget voor de aanleg van nieuwe infrastructuur om knelpunten op te lossen. De taakverdeling met andere overheden houden we intact. De ontwikkeling van een Mobiliteitsfonds leidt er dus niet toe dat we verplichtingen aan hen overdragen of van hen overnemen.

Alternatieven voor de auto

  • Samen met de Mobiliteitsalliantie voeren we deze kabinetsperiode pilots uit om ervaringen op te doen met alternatieve vormen van vervoer en betaling, zonder dat dit leidt tot een systeem van rekeningrijden.
  • Omdat fietsen een goed alternatief voor het OV en de auto kan zijn, trekt het kabinet eenmalig een bedrag van 100 miljoen euro uit voor cofinanciering van gemeentelijke en provinciale investeringen in fietsinfrastructuur en fietsenstallingen bij OV-knooppunten.
  • We passen wet- en regelgeving aan zodat openbaar vervoer- en taxibedrijven flexibel en vraaggericht vervoer (‘mobility as a service’) kunnen aanbieden. Provincies en vervoerregio’s die met nieuwe vormen van doelgroepenvervoer, openbaar vervoer en deelsystemen willen experimenteren, krijgen daarvoor de ruimte.

4 reacties

    • Hilda Boerma op zegt:

      Beste Rob,

      Dat was ook het eerste wat mij opviel toen ik dit las in het Regeerakkoord.
      Wellicht is fiscale stimulering op termijn niet meer nodig: als EV de nieuwe standaard is, de modellen verder zijn geoptimaliseerd qua actieradius & laadtijd, de prijzen concurrerend zijn en de laadinfrastructuur in binnen- en buitenland op orde is. Of wellicht wordt er gedacht aan andere manieren om te stimuleren, bijvoorbeeld door het instellen van milieuzones (alleen nog met een EV de stad in?). Maar dit is speculeren, hiervoor zijn we afhankelijk van de Nederlandse overheid.

      Groet, Hilda

  1. A. Borgerink op zegt:

    Ondanks het verhaal gelezen te hebben, blijft nog steeds de vraag, zoals de kop aangeeft:
    Wat betekend dit voor de leaserijder? extra/minder kosten?

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *